Afgelopen keer heb ik geschreven over grenzen verleggen,
over het “wachten op”. Uiteindelijk heb ik 5 dagen later pas de uitslag
gekregen in plaats van de 2 dagen waar ik op hoopte…
Het is 22 juli 2014, mijn 27ste verjaardag. Ik
loop zenuwachtig samen met mijn moeder de oncologie/hematologie afdeling weer
binnen. De zoveelste keer.. Ik leg wederom mijn kaartje in het rode bakje. Rood
is van de hematologie, blauw is van oncologie. Ik vraag me af of ik ooit mijn
kaartje in het blauwe bakje zal leggen of dat ik er toch nog goed van af kom.
We nemen plaats op een paar stoelen naast de balie, we weten nog niks en zijn
beiden zenuwachtig. Ik ben stiekem een beetje bang voor wat de arts gaat
zeggen. De kans is niet zo groot maar toch ben ik ergens bang dat hij ineens
gaat zeggen dat ik niet meer te genezen ben, helaas mevrouw Veldhuizen, einde
oefening. Deze kans is waarschijnlijk niet zo groot maar toch zit die angst er
ergens wel in. Ik denk dat dit een veel voorkomende angst is die je krijgt bij
woorden als ‘kanker’, ‘moeilijk geval’, ‘onduidelijk’.
Er gaat een vrouw naast me zitten in de wachtruimte, ze is
kaal. Ze heeft een hip petje op en ik schat haar een jaar of 30. Ze speelt
Candy crush op haar telefoon en ik kijk naar haar gezicht. Ze ziet er vrolijk
uit, niet bang en ze is erg mooi. Kaalheid maakt mensen, vrouwen ook eigenlijk
helemaal niet lelijk. Ik besluit dat ik ook zo’n petje wil als ik toch kaal
wordt. Ik zit te wachten tot ik opgeroepen wordt om bloed te prikken, dit is
standaard voor elke afspraak. Alsof het allemaal niks uit maakt en je genoeg
bloed hebt. Waarschijnlijk heb ik dat ook wel maar als ik alle buisjes bij
elkaar optel die de afgelopen maanden afgenomen zijn.. pfoe… als ik zeg dat het
er vast 100 of meer zijn overdrijf ik helemaal niks. De zuster komt naar me toe
en zegt dat ze geen bloed hoeven af te nemen (zie je wel! Ik ben bijna leeg ).
Mijn moeder en ik speculeren wat over wat het betekent dat er geen bloed
afgenomen wordt, lang hebben we hier gelukkig niet de tijd voor want de arts
komt me een half uur eerder(!) dan gepland ophalen uit de wachtruimte. Aj.. een
arts die eerder komt.. dat kan nooit goed zijn.
Ik probeer zijn gezicht te peilen maar blijf steken bij
ernstig.. en dat is ook eigenlijk het
enige gezicht wat ik van hem gezien heb. Hij zegt vrijwel meteen zodra we
zitten dat hij helaas nog geen nieuws heeft. De biopten hebben wederom geen
uitsluitsel kunnen geven. *zucht* “daar gaat mijn grens weer” denk ik meteen.
Hij legt uit dat er verschillende cellen gevonden zijn in de biopten, onder
andere bindweefsel (littekenweefsel) wat eventueel van de vorige (mislukte)
operatie kan zijn, ontstekingscellen en nog wat ander soort cellen waarvan ik
de naam niet onthouden heb. In ieder geval is er nog geen diagnose te stellen..
(aaargh!) Ik voel mijn bloeddruk direct omhoog gaan en de tegenwoordig eeuwige
hoestkriebel wordt heviger. Ik wil niet door zijn verhaal heen hoesten dus ik onderdruk
het zoveel ik kan. De arts kijkt me ondertussen weer indringend aan en ik voel
onheil in de lucht (geen idee hoe dat voelt maar ik ben ervan overtuigd dat ik
dat voel). Hij zegt dat ze echt zeker moeten weten dat ze goed weefsel te
pakken hebben en dat ze weliswaar met een grotere naald (heerlijk) geprikt
hebben dan de vorige keer maar dat er alsnog een kans bestaat dat dit misgegaan
is. Hij benadrukt dat ze echt weefsel moeten hebben om een diagnose te stellen.
Dit verhaal heb ik inmiddels al oneindig vaak gehoord dus ik knik wat en zeg
dat ik dat begrijp. Kom maar op met je plan denk ik nog. Hij legt uit dat er
een kans is dat het inderdaad geen lymfeklierkanker is (hoera) en dat het ook
een grote cyste zou kunnen zijn (prima). Hoe dan ook moet de massa die er zit
er uit (euh..? ja..? hoe..?). Zijn voorstel is dus om mijn borstkas open te
maken (pardon?) en de hele massa weg te snijden (euh.. dat lijkt me persoonlijk
een minder prettig plan). We bekijken samen de scans nog eens. Steeds als we de
scans bekijken krijg ik nieuwe informatie over de massa. Ik denk dat ze dit in
stukjes verdelen omdat ze eerst hopen dat sommige zaken niet relevant zullen
zijn en ze je niet onnodig bang willen maken. Ik hoor nu dat de massa behalve
om die grote ader heen ook echt tegen mijn hart aan zit en dat ze niet kunnen
zien of de massa mijn long “alleen” aan de kant duwt of dat het voor het gemak
ook nog even mijn long in is gegroeid. Dat kan de operatie compliceren. Ik knik
alleen en blijf zeggen dat ik het begrijp. Ik ben ondertussen een beetje
misselijk geworden van het idee van een borstbeen doorzagen en dat soort
gezellige vooruitzichten.
We lopen de afdeling af met het idee dat de volgende keer
dat ik terugkom er iemand een zaag (ofzo?) in mijn borstbeen zet. We hoeven
gelukkig niet heel erg lang met dit gevoel rond te lopen want om 20.30 ’s
avonds belt mijn hematoloog me op. Ik ben met mijn moeder en oom naar
Scheveningen om een paar dagen uit te waaien en neem verbaasd op. Hij begint
snel te vertellen dat hij meteen overleg heeft gehad met chirurgen en andere
specialisten en dat ze nog 1 ding willen proberen voordat ze mijn borstkas
openzagen (hij vertelde het waarschijnlijk iets genuanceerder maar dat was de
strekking van het verhaal). Heel kort komt het er op neer dat ze aan de zijkant
tussen mijn ribben een aantal sneetjes maken en met onder andere een camera
mijn borstholte in gaan. Ze maken dan van mijn rechterlong (want de massa zit
aan de rechterkant) een klaplong zodat die aan de kant is en ze mooi bij de
massa kunnen. Ze kunnen het dan goed zien en grote happen wegnemen voor
onderzoek. Als ik op hang ben ik opgelucht dat mijn borstbeen nog lekker even
heel blijft. De arts heeft wel benadrukt dat dit een voorstap is, als het lukt,
is het mooi maar als het toch een cyste blijkt te zijn moet die er toch uit en dan
moet alsnog mijn borstkas open. Als het nog niet duidelijk is wat het is moet
ook alsnog mijn borstkas open en als er complicaties zijn tijdens of na de
operatie is dit ook het geval. Dit maakt me allemaal niet uit, ondanks alles wat mis blijft gaan blijf
ik hoopvol dat het tij zal keren. Ik blijf denken “deze keer gaat het lukken,
nu gaat het goed komen” en zoals ik eerder schreef is het precies dit positieve
wat me op de been houdt.
Deze dagen gaan even heel snel want de volgende ochtend belt
het radboud weer. Of ik tijd heb om vrijdag langs te komen voor de anesthesist
want ze hebben maandag toevallig een plekje op de OK vrij gekregen die ik mag
hebben. Ik stem tot verbazing van de verpleegkundige meteen toe en zeg dat ik
uiteraard vrijdag kan komen. Vandaag was dus weer een dagje ziekenhuis.
Allerlei onderzoeken, geklop, getik en geprik in mijn lijf. Nog even een
longtestje, een hartfilmpje en 5 uur later sta ik weer buiten. We shoppen maar
meteen even wat ziekenhuiskleding bij elkaar want ik moet na de operatie een
paar dagen blijven. Er wordt tijdens de operatie een drain geplaatst om mijn
long open te houden en als die er na een dag of twee uit kan moet ik aan het
eind van de week fit genoeg zijn om thuis verder te kunnen herstellen.
Zo staat dus mijn tas ingepakt, vol joggingbroeken en wijde
shirts, een volle e-reader en een IPod gevuld met nieuwe muziek. Ook mijn
haakwerkje zit in de tas (ja ja, als je hele dagen thuis bent ga je de
vreemdste hobby’s uitproberen). Dadelijk nog een laatste wandelingetje met
Milou want die zal ik de komende weken niet zelf uit kunnen laten helaas. Na de
operatie mag ik 4 weken niets tillen wat zwaarder is dan 2 kilo. Dus ook geen
hond uitlaten ben ik bang. Om 15.30 is het tijd om te gaan, op naar poging 1.5.
Ik mag me om 17.00 melden bij de longafdeling waar ik opgenomen zal worden.
Hier blijf ik de eerste nacht. Maandag is de operatie en na de ingreep ga ik
naar de IC of een recouver afdeling in ieder geval ergens waar ze me goed in de
gaten kunnen houden. Dan mag ik dinsdag als alles goed gaat weer terug naar de
longafdeling. Ik vind het niet spannend en ben ook niet bang. Ik ben benieuwd
hoe het in het ziekenhuis allemaal gaat. Van de vorige nacht die ik
noodgedwongen in het ziekenhuis heb moeten doorbrengen weet ik weinig nog
aangezien ik zo beroerd was dat ik alleen maar heel stil gelegen heb. Een week
ziekenhuis spreekt me niet echt aan maar ik ben blij dat er op zo’n korte termijn
iets gedaan kan worden. Ik heb genoeg spullen mee om me te vermaken en er staan
gelukkig al een aantal bezoekers gepland. Ik ga mijn best doen om zo snel
mogelijk weer lekker naar huis te mogen, naar Miloutje en de katjes die
ondertussen goed verzorgd worden door mijn ouders.
Op hoop van zegen dan maar.. 5 x is scheepsrecht toch? Here
we go!