Ik
staar naar de klok, al een paar minuten dwing ik de wijzers sneller rond te
gaan. Als het niet van de kanker is dan ga ik wel dood van verveling.. ik voel
me te beroerd om iets te ondernemen maar te goed om niks te doen. Ik blader
door mijn digitale agenda, niks leuks in het vooruitzicht en alle komende dagen
zijn zo leeg als ze maar kunnen zijn. Zelfs geen ziekenhuisbezoekje, oké dat is
ook tegenwoordig niet mijn favoriete bezigheid maar het breekt de dag een
beetje (aj.. dat is best wel een beetje triest). Ik betrap mezelf er op dat ik
terug blader om te zien wanneer ik voor het laatst "vrij"
was. Vrij ben ik op de dagen dat ik me zo goed voel dat ik iets kan
ondernemen, al is het maar iets kleins. Nog iets meer vrij voel ik me op de
dagen dat ik fit genoeg ben om auto te rijden en bijvoorbeeld mijn zus op te
zoeken die zo’n 3 kwartier rijden hiervandaan woont. Ik vind autorijden
heerlijk, lekker een muziekje aan, de hond achterin en ik voel me alsof ik de
enige persoon op aarde ben, vrijheid. Het is alweer een week of twee geleden
dat ik “vrij” was en echt helemaal vrij kan ik me bijna niet meer herinneren.
Dat is alweer maanden terug, ik tel de maanden en kom tot het besef dat dat
alweer 7 maanden geleden is. Op 16 april kreeg ik de boodschap “lymfeklierkanker”
en dezelfde dag heb ik me ziek moeten melden. 7 maanden.. jeetje.. als ik het
werk weer ga opbouwen ben ik in ieder geval 12 maanden verder, een heel jaar.
Een heel kankerjaar, een klotejaar, een verkloot-jaar, een jaar op pauze, en
vooral een ontzettend lang jaar! De wijzers weigeren sneller te gaan terwijl ik
zo genoeg heb van deze dag, van deze week en van dit jaar.
Ik
verveel me.. ik ben vaak te moe om een boek te lezen en de eerste twee weken na
de chemo is het zelfs moeilijk om films te volgen. De dagen duren lang en ik
verlang naar gezelschap. Zelfs als ik te beroerd ben om iets te zeggen of om
mijn ogen zelfs maar te openen verlang ik naar gezelschap. Niet elk gezelschap
maar gezelschap waarbij ik me op mijn gemak voel en waarbij ik mezelf toesta om
beroerd te zijn. Kanker is een gek iets.. het isoleert me van de wereld om me
heen, ik kan niet deelnemen zoals ik dat eerder deed, zoals ik dat zou willen
en ik maak iets mee wat anderen zich moeilijk kunnen voorstellen. Ik probeer
uit te leggen wat het is om dag in dag uit in huis opgesloten te zitten omdat
ik te beroerd ben om zelfs maar de tuin in te lopen. Als een vogel in zijn
kooitje, kijkend naar de buitenwereld maar niet in staat om deel te nemen. Ik
probeer uit te leggen hoe lang de dagen duren als er niks te doen is terwijl ik
fit genoeg ben om even iets te ondernemen. Ik begrijp dat het leven druk is
wanneer de dagen gevuld zijn met werk, huishouden, hobby’s. Maar mijn dagen
zijn leeg, zo leeg dat ik zelfs uitkijk naar ziekenhuisbezoekjes om mijn bloed
te laten checken. En op die lege dagen ben ik wel eens boos, soms zelfs heel
erg boos. Boos op iedereen waarvan het leven doorgaat en waarvoor het leven
druk is. Boos als ik weet dat vrienden vrij zijn en niet de tijd nemen om langs
te komen, eerlijk? Nee, misschien niet maar de boosheid is er toch. Dat is het ook
met die stomme kanker, ik zou de liefste vrienden en familie van de hele wereld
kunnen hebben en toch is het niet genoeg. Die eenzaamheid blijft, er is een
soort ruimte ontstaan, aan de ene kant staan vrienden waarvan het leven
doorgaat en waarvoor het leven druk is en aan de andere kant ikzelf met mijn
ziek-zijn, chemo-kuren en kanker. Ik weet nog dat de longarts vertelde over de
kanker en daarna even de ruimte uit ging. Ik ben nooit fanatiek op zoek geweest
naar een partner, geen fanatieke deelnemer in de datingpoule, maar toen zeiden
mijn moeder en ik wel tegen elkaar dat ik nu dus het komende jaar sowieso geen
vriendje zou krijgen, de komende twee jaar zelfs wel misschien. Alsof het feit
dat ik geen vriendje had bijna net zo erg is als de kanker zelf. Natuurlijk is
dat onzin maar op dat moment voelde dat wel even zo. En op sommige momenten
voelt dat nog steeds zo, alsof het extra eenzaam is doordat ik geen partner heb.
Na
nog wat gemopper tegen mezelf, val ik op de bank in slaap. Ik droom de meest
rare dingen en als ik weer wakker wordt kijk ik hoopvol op de klok, weer een
uurtje voorbij. Weer een uurtje dichter bij het nieuwe jaar, 2015, mijn jaar.
Een vriendin stuurt een plaatje van een Italiaans binnenhofje met een terras.
Ik zie ons al zitten met een ijsthee en een pizzaatje, een heerlijk
vooruitzicht. Hoe eerder het nieuwe jaar aanklopt hoe fijner. Ik besluit een
bucketlist-2015 aan te maken, zonvakantie… roadtrippen… werken… en vooral
onwijs genieten van mijn vrijheid! Nog 1 kuurtje te gaan en dan zeg ik; laat
2015 maar komen, ik ben er klaar voor!