woensdag 21 januari 2015

Crematies en lood in mijn schoenen

Ik wil niet, ik wil niet, ik wil niet, ik wil niet.. de tweede crematie van dit jaar staat gepland voor vanmiddag. Ik ben sowieso geen fan van crematies en begrafenissen, ik denk dat niemand dat is (hoop ik toch?). Ik kan slecht tegen huilende mensen, zodra ik iemand zie huilen ga ik spontaan meedoen en ik hou zelf al helemaal niet van huilen, vooral niet in het openbaar. Dus nee, sowieso geen fan van begrafenissen.. Maar hier zie ik echt als een blok tegen op. Twee weken geleden heb ik, samen met mijn familie de crematie-dienst voor mijn oma gehad. Het is altijd verdrietig als er iemand sterft maar mijn oma was 92 en had geen goede gezondheid meer. Dus daar had ik toch vrij snel vrede mee. Vanmiddag is de dienst voor een cliënt waarmee ik bijna 7 jaar lang heb gewerkt. Een jonge cliënt, ik vind 52 tenminste veel te jong om te sterven. Nog een reden waarom ik op zie tegen de dienst van vanmiddag is het feit dat hij aan kanker overleden is. En ja, die ziekte is voor mij toch een stukje dichterbij gekomen dit jaar (goh..). Een ander soort kanker, dat wel, maar nog steeds kanker. Een andere reden waarom ik heel erg opzie tegen vanmiddag is het feit dat ik al mijn collega’s weer zie. Ik hou van mijn werk, ontzettend veel, en ik waardeer mijn collega’s en vind ze allemaal lief. Ik zie ze dan ook heel erg graag.. maar toch zie ik er tegen op.

Met lood in mijn schoenen (spreekwoordelijk lood gelukkig want ik heb net nieuwe schoenen) stap ik de auto van mijn lieve collega/vriendinnetje in. Tijdens dit jaar is zij één van mijn liefste vriendinnetjes geworden en heb ik haar dan ook heel regelmatig (bijna wekelijks) gezien. Dit voelde nooit ongemakkelijk. Ze vraagt waarom ik er zo tegenop zie om de collega’s weer te zien. Ik denk er even over na en kom dan tot de conclusie dat er een paar dingen zijn die maken dat ik ontzettend zenuwachtig ben. Één van de dingen die me zenuwachtig maken is het feit dat ik er nu heel anders uitzie. Op een paar collega’s na heb ik iedereen bijna een jaar niet gezien en je kunt er niet omheen dat ik er nu anders uitzie. Ik hou nog veel vocht vast en ondanks dat mijn haar weer (tergend langzaam) aan het groeien is ben ik eigenlijk nog gewoon kaal. Het scheelt dat ik al een klein beetje wimpers heb maar hoe dan ook kun je er niet omheen dat ik er anders uitzie. Ik vind het ongemakkelijk dat ik een van mijn stomme kankermutsjes op heb, dat mijn wenkbrauwen getekend zijn en nog 1001 andere dingen. Ik ben bang voor de reacties van collega’s die ik zolang niet gezien heb. Ik vraag me af of ze schrikken als ze me zien, of ze het confronterend en ongemakkelijk vinden en wat ze denken als ze me weer zien. Als we er eenmaal zijn merk ik de ongemakkelijkheid van sommige anderen ook. Het is ook lastig, we zijn op een crematie, ga je dan aan iemand vragen hoe het gaat? En wat ga ik dan antwoorden? Ja het was een pittig jaar, en nee natuurlijk gaat het nog niet helemaal goed maar wat moet ik dan antwoorden? Ik vind het lastig om te bepalen wat ik moet zeggen. Ik antwoord over het algemeen maar dat het goed gaat en als er verder gevraagd wordt vertel ik dat ik langzaam opkrabbel maar dat het lang niet snel genoeg gaat. Ja, de behandeling is klaar maar ik ben er nog lang niet. Ik heb nog een (heeeeele) lange weg te gaan en dat besef ik me steeds beter.
De dienst zelf is heftig. Het is een prachtige dienst waarin persoonlijke dingen worden verteld en mooie herinneringen worden opgehaald. Er worden foto’s getoond en er wordt prachtige muziek gedraaid. Één van de collega’s verteld over het proces van alle onderzoeken die onze cliënt zo goed doorstaan heeft en over het slechte nieuws dat we al snel kregen.. En behalve het verdriet om de cliënt die er niet meer is, om hoe dapper hij de onderzoeken doorstaan heeft, om hoe goed hij heeft aangegeven wat hij wel en niet wilde en kon, voel ik nog iets. Ik voel mijn eigen verdriet en hoe anders het voor mij had kunnen aflopen. Bijna een jaar later en ik zit er nog.. hij niet, maar ik wel. En dat had makkelijk anders kunnen zijn. Ik had daar in die kist kunnen liggen en mijn zussen, broer en ouders hadden op de eerste rij kunnen zitten met de rest van mijn familie. Mijn collega’s hadden hier voor mij kunnen zijn, de muziek had voor mij uitgekozen kunnen zijn, net als de bloemen en de persoonlijke verhalen. Hoe makkelijk had het mijn eigen dienst kunnen zijn. En dat kan nog.. niet nu, nu ben ik er goed vanaf gekomen (voor zover je goed van kanker “af” kunt komen) maar wat als het terugkomt? Of als ik een ander soort kanker krijg? Heb ik dan nog geluk, kom ik er dan nog goed vanaf of zal het dan anders gaan? Ik zit dus met twee soorten verdriet.. omringd door collega’s die ik heel lief heb en mijn lieve vriendinnetje naast me die haar tranen ook niet kan bedwingen. Het voelt egoïstisch en oneerlijk om naast het verdriet wat ik heb over mijn cliënt ook mijn eigen verdriet te voelen.. maar het is er en daar kan ik weinig aan doen.

Op de terugweg heb ik het nog met mijn vriendinnetje over waarom ik het nou precies zo moeilijk vind om mijn collega’s te zien. Naast het ongemakkelijkheid associeer ik mijn werk, en dus ook mijn collega’s met hoe ik een jaar geleden was. Ik associeer ze met de gezonde versie van mezelf, de versie voor de kanker, of althans voor de operaties en behandelingen. En die versie is er niet meer, niet helemaal tenminste. Ik ben veranderd, niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk. Mijn vriendinnetje vind me milder geworden en ik denk dat dat wel waar is. Ik denk dat ik minder snel oordeel, me minder druk maak om hoe anderen dingen aanpakken en zonder twijfel ben ik rustiger, wat waarschijnlijk ook deels te wijten valt aan mijn chronische gebrek aan energie. Ik vind het pijnlijk om terug te denken aan “hiervoor”. Hoe anders zag mijn leven er toen uit.. het liefst was ik hele dagen aan het werk, met vrije dagen kon ik niets (wat doe je in hemelsnaam op een vrije dag? Ik had geen idee) dus was mijn grootste zorg hoe ik meer uren kon krijgen (oké, en de ernstig beperkte datingpoule in de stad waar ik woon). één van de belangrijkste dingen vond ik mijn haar (als dat maar goed zat) en zonder mascara ging ik de deur niet uit. Oké dat is wel een beetje overdreven, ik had heus wel meer diepgaande problemen en interesses. Maar niks zo zwaar als “hoe overleef ik dit jaar”. En nooit van mijn leven had ik toen gedacht dat ik ooit kaal zou zijn en mijn wimpers (ja, echt!) nog zo ongeveer het meeste zou missen. Natuurlijk denken de meeste mensen “dat overkomt mij niet”. En toen ze mij vertelden dat ik kanker had vond ik dat ook te belachelijk voor woorden, en nog steeds vind ik het een absurd idee en kan ik er met mijn hoofd niet bij. Maar zoals een andere vriendin/collega laatst zei “waarom niet ik”. Waarom zou je denken “waarom ik” als je ook kunt denken “waarom ik Niet”? tja.. dat komt neer op het feit dat er geen garanties zijn in het leven, behalve dat je ooit eens doodgaat (en belasting? Heb ik begrepen?).

Ik zie mezelf door de ogen van mijn collega’s en het klinkt heel raar maar doordat ik mezelf van een afstandje bekijk dringt het weer een beetje door.. kanker.. ik.. ik heb gewoon kanker gekregen? En die gedachte blijft te bizar om te kunnen bevatten. Ik vind het nog steeds te belachelijk voor woorden en denk misschien ergens nog steeds dat dit allemaal niet echt gebeurd is. Dat ik straks wakker word en dat het dan allemaal toch niet echt gebeurd is. Dat ik inderdaad terug kan, terug naar “hiervoor” toen mijn grootste zorg de kleine datingpoule was, of mijn contractuele-uren (of andersom). Terug naar toen ik met het uitkiezen van mijn shirtje niet het shirtje hoefde te kiezen waarbij mijn littekens het minst opvallen. Terug naar niet meer misselijk worden van bepaalde liedjes omdat we die vaak draaiden in de auto op weg naar het ziekenhuis, of van bepaald voedsel, geuren, voorwerpen, woorden.. Terug naar energie hebben om echt naar mensen te luisteren (en het dan ook nog te kunnen onthouden, wat een luxe!). Dusja.. mijn collega’s, mijn werk, de overige cliënten, alles doet me denken aan de “ik” die ik “hiervoor” was en die “ik” komt niet meer terug… en dat is pijnlijk.. en verdrietig..


Hoe dan ook.. een emotionele dag vandaag.. ik heb mijn portie crematie-diensten voor dit jaar wel gehad, vind ik. En als ik dan toch bezig ben heb ik mijn portie kanker-cellen voor de rest van mijn leven ook wel gehad, vind ik. Ik ben totaal, compleet uitgeput als ik thuiskom, zowel lichamelijk als geestelijk helemaal kapot en doodmoe. Dus trek ik mijn met lood gevulde (nieuwe) schoenen uit, zet ze in de kast, plof op mijn  bed en trek de dekens ver over mijn hoofd. Ik doe even niet meer mee, ik hou het even voor gezien en ik ben er even niet meer. Morgen weer een nieuwe dag, dan zal ik weer vol goede moed meedoen, plannen maken waar ik blij van word en grapjes maken over mijn kuiken-haar.. morgen. 

woensdag 7 januari 2015

uit elkaar vallende dromen en "hoe nu verder?"

En ineens is ze het vergeten. Mijn kat die ik in 2013 heb moeten laten inslapen, waar ze vaak mee gespeeld heeft en die bij haar op bed kwam liggen als ze kwam logeren. Ineens heeft ze geen idee waar ik het over heb en komt zelf haar naam haar niet meer bekend voor. Mijn nichtje van 4 heeft op een soort reset-knop gedrukt en is ineens van alles vergeten van een jaar of 2 geleden, wat ze een half jaar geleden nog wel wist. Ik kijk haar vol verbazing aan en ben dan even jaloers, kon ik dat maar. Op een “reset-button” drukken en wissen wat ik me niet meer wil herinneren. Alles van het afgelopen jaar wat naar was, wat pijn deed, wat me bang maakt en wat niet alleen mij maar ook de mensen om mij heen verdriet heeft gebracht, kon ik het maar wissen met 1 druk op een knop. Helaas werkt dat niet zo in het leven… ik zeg nu “helaas” maar misschien ook maar gelukkig dat dat bij mij niet zo werkt. Natuurlijk zijn er veel dingen die ik het liefste zou deleten, maar het afgelopen jaar heeft me ook veel moois gebracht, en dan vooral een andere kijk op dingen. Ik kan me minder druk maken om kleine dingen. Ik maak minder een lange termijn planning. Waar ik eerder al voor ogen had hoe ik zou willen dat mijn leven er uit zou zien als ik 30 was, heb ik nu de harde les geleerd dat dingen niet te plannen zijn. Zoals ik laatst in het boek “de honderjarige man die uit het raam klom en verdween” las; “het is zoals het is en het wordt zoals het wordt”. Hoe dan ook, het wordt niet meer zoals het was. Niet wat mij betreft in ieder geval.

Ik maak me wel zorgen om het woordje “toekomst”. Wat des te meer naar boven komt met de komst van het nieuwe jaar.. ik denk sowieso veel aan “hoe nu verder”, en nee daar heb ik nog geen antwoord op gevonden. Het is precies zoals mijn hematoloog al voorspelde (goh, die man heeft er echt verstand van), “als de chemo klaar is komt je dip pas echt” zei hij al in het begin. Ik dacht natuurlijk meteen dat die dip bij mij misschien helemaal niet zou komen maar helaas.. ik kan nu wel zeggen dat ik af en toe mijn dipje heb. Niet lang, en ook geen diep zwart gat ofzo maar het piekeren is wel een beetje begonnen en hoe meer ik nadenk over “toekomst” en “plannen” hoe verdrietiger ik me voel. Ik denk na over wat ik nog wil doen in mijn leven en hoe ik dat wil bereiken. Misschien moet ik sommige dromen toch echt laten gaan of aan gaan passen. Een kinderwens bijvoorbeeld, hoe eerlijk is dat met de wetenschap dat ik zo’n groot risico heb om nog een keer kanker te krijgen. En wie zegt dat ik het dan weer overleef? Als ik mijn hematoloog mag geloven zijn er nogal wat soorten kanker waar ik meer risico op heb dan andere (niet behandelde) mensen. Ik vroeg hem hoe het zit met verhoogd risico op borstkanker (had ik ergens gelezen) en hij komt vervolgens doodleuk met een hele opsomming van alle soorten kanker waar ik een verhoogd risico op heb (ah, top! Net het nieuws waar ik op zat te wachten!). Ik denk ergens nog steeds dat straks, over een paar jaar alles weer over is en ik nooit meer aan dit jaar hoef te denken. Ik word dan ook verdrietig als ik lotgenoten verhalen lees en hoor. Mensen die ook in deze leeftijd (ergens tussen de 20-30jaar) kanker hebben gehad en daar nu, soms jaren later nog steeds zoveel gevolgen van ondervinden. Dan steekt met kop en schouders de chronische vermoeidheid er wel boven uit, maar daarnaast zijn er ook de gevolgen op cognitief gebied, geheugen, concentratie en ga zo maar door.. tja, het is niet zo dat nu de behandeling klaar is dat dan ook alles meteen klaar is. Ik had heel naïef gedacht dat ik een maand nadat ik voor de laatste keer aan het chemo-infuus had gelegen ik wel weer van alles zou kunnen. Ik wilde in januari het sporten weer oppakken en dan had ik bedacht dat ik in maart ofzo wel weer aan het werk zou kunnen. Nou… kom ik even van de spreekwoordelijke koude kermis thuis. Ik mag nu blij zijn dat ik 10 minuten in rustig tempo met de hond kan lopen. Dat ik me kan concentreren op een boek of een film zonder halverwege uitgeput te zijn of het verhaal moeilijk te kunnen volgen. Dat ik rechtop op de bank kan zitten in plaats van bijna constant te moeten liggen. Ik had niet gedacht dat ik na 5 minuten stofzuigen vervolgens 3 dagen last van mijn rug zou hebben. Dat ik na een gezellig, ontspannen avondje met een paar vrienden 3 dagen een zware kater zou hebben, zonder de lol van het drinken gehad te hebben. Dat ik blij mag zijn met de wimpers van 1 mm die inmiddels aangegroeid zijn. Dat ik na 5 keer de bal weggegooid te hebben een week spierpijn zou hebben. Ja.. het is nu wel klaar maar misschien is het wel nooit echt klaar. Het wordt nooit meer zoals het was.. en het kost tijd om dat te accepteren.

Ik heb geen antwoord op “hoe nu verder”. Ik weet alleen dat ik wil leven, echt leven. Ik wil geen bucket-lijst maar een 2015-lijst. Waarom uitstellen wat ik nu ook kan doen? Ik heb geen idee hoe mijn leven er over 5/10 jaar uit ziet, misschien ben ik er dan wel niet meer. Dan kan ik in ieder geval niks meer terugdraaien. Ik wil niet straks weer ziek worden en dan denken “had ik maar”. Ik wil leven, en wel nu! Ik ben bang voor de toekomst, voor de dromen die ik moet opgeven. Ik word er verdrietig van.. ik had nooit gedacht dat ik kanker zou krijgen en nu denk ik zeker te weten dat deze ziekte me nog een keer in zijn greep zal nemen. Dus moet ik dromen opgeven.. of aanpassen.. maar ook nieuwe dromen maken, 2015/2016 dromen. En vooral leven, nee Leven, met een hoofdletter L. Of wat kan het mij nou schelen, ik wil vooral LEVEN!