Ik wil niet, ik wil niet, ik wil niet, ik wil niet.. de
tweede crematie van dit jaar staat gepland voor vanmiddag. Ik ben sowieso geen
fan van crematies en begrafenissen, ik denk dat niemand dat is (hoop ik toch?).
Ik kan slecht tegen huilende mensen, zodra ik iemand zie huilen ga ik spontaan
meedoen en ik hou zelf al helemaal niet van huilen, vooral niet in het
openbaar. Dus nee, sowieso geen fan van begrafenissen.. Maar hier zie ik echt
als een blok tegen op. Twee weken geleden heb ik, samen met mijn familie de
crematie-dienst voor mijn oma gehad. Het is altijd verdrietig als er iemand
sterft maar mijn oma was 92 en had geen goede gezondheid meer. Dus daar had ik toch
vrij snel vrede mee. Vanmiddag is de dienst voor een cliënt waarmee ik bijna 7
jaar lang heb gewerkt. Een jonge cliënt, ik vind 52 tenminste veel te jong om
te sterven. Nog een reden waarom ik op zie tegen de dienst van vanmiddag is het
feit dat hij aan kanker overleden is. En ja, die ziekte is voor mij toch een
stukje dichterbij gekomen dit jaar (goh..). Een ander soort kanker, dat wel,
maar nog steeds kanker. Een andere reden waarom ik heel erg opzie tegen
vanmiddag is het feit dat ik al mijn collega’s weer zie. Ik hou van mijn werk,
ontzettend veel, en ik waardeer mijn collega’s en vind ze allemaal lief. Ik zie
ze dan ook heel erg graag.. maar toch zie ik er tegen op.
Met lood in mijn schoenen (spreekwoordelijk lood gelukkig
want ik heb net nieuwe schoenen) stap ik de auto van mijn lieve collega/vriendinnetje
in. Tijdens dit jaar is zij één van mijn liefste vriendinnetjes geworden en heb
ik haar dan ook heel regelmatig (bijna wekelijks) gezien. Dit voelde nooit ongemakkelijk.
Ze vraagt waarom ik er zo tegenop zie om de collega’s weer te zien. Ik denk er
even over na en kom dan tot de conclusie dat er een paar dingen zijn die maken
dat ik ontzettend zenuwachtig ben. Één van de dingen die me zenuwachtig maken
is het feit dat ik er nu heel anders uitzie. Op een paar collega’s na heb ik
iedereen bijna een jaar niet gezien en je kunt er niet omheen dat ik er nu
anders uitzie. Ik hou nog veel vocht vast en ondanks dat mijn haar weer
(tergend langzaam) aan het groeien is ben ik eigenlijk nog gewoon kaal. Het
scheelt dat ik al een klein beetje wimpers heb maar hoe dan ook kun je er niet
omheen dat ik er anders uitzie. Ik vind het ongemakkelijk dat ik een van mijn
stomme kankermutsjes op heb, dat mijn wenkbrauwen getekend zijn en nog 1001
andere dingen. Ik ben bang voor de reacties van collega’s die ik zolang niet gezien
heb. Ik vraag me af of ze schrikken als ze me zien, of ze het confronterend en
ongemakkelijk vinden en wat ze denken als ze me weer zien. Als we er eenmaal
zijn merk ik de ongemakkelijkheid van sommige anderen ook. Het is ook lastig,
we zijn op een crematie, ga je dan aan iemand vragen hoe het gaat? En wat ga ik
dan antwoorden? Ja het was een pittig jaar, en nee natuurlijk gaat het nog niet
helemaal goed maar wat moet ik dan antwoorden? Ik vind het lastig om te bepalen
wat ik moet zeggen. Ik antwoord over het algemeen maar dat het goed gaat en als
er verder gevraagd wordt vertel ik dat ik langzaam opkrabbel maar dat het lang
niet snel genoeg gaat. Ja, de behandeling is klaar maar ik ben er nog lang
niet. Ik heb nog een (heeeeele) lange weg te gaan en dat besef ik me steeds
beter.
De dienst zelf is heftig. Het is een prachtige dienst waarin
persoonlijke dingen worden verteld en mooie herinneringen worden opgehaald. Er
worden foto’s getoond en er wordt prachtige muziek gedraaid. Één van de
collega’s verteld over het proces van alle onderzoeken die onze cliënt zo goed
doorstaan heeft en over het slechte nieuws dat we al snel kregen.. En behalve
het verdriet om de cliënt die er niet meer is, om hoe dapper hij de onderzoeken
doorstaan heeft, om hoe goed hij heeft aangegeven wat hij wel en niet wilde en
kon, voel ik nog iets. Ik voel mijn eigen verdriet en hoe anders het voor mij
had kunnen aflopen. Bijna een jaar later en ik zit er nog.. hij niet, maar ik
wel. En dat had makkelijk anders kunnen zijn. Ik had daar in die kist kunnen
liggen en mijn zussen, broer en ouders hadden op de eerste rij kunnen zitten
met de rest van mijn familie. Mijn collega’s hadden hier voor mij kunnen zijn,
de muziek had voor mij uitgekozen kunnen zijn, net als de bloemen en de
persoonlijke verhalen. Hoe makkelijk had het mijn eigen dienst kunnen zijn. En
dat kan nog.. niet nu, nu ben ik er goed vanaf gekomen (voor zover je goed van
kanker “af” kunt komen) maar wat als het terugkomt? Of als ik een ander soort
kanker krijg? Heb ik dan nog geluk, kom ik er dan nog goed vanaf of zal het dan
anders gaan? Ik zit dus met twee soorten verdriet.. omringd door collega’s die
ik heel lief heb en mijn lieve vriendinnetje naast me die haar tranen ook niet
kan bedwingen. Het voelt egoïstisch en oneerlijk om naast het verdriet wat ik
heb over mijn cliënt ook mijn eigen verdriet te voelen.. maar het is er en daar
kan ik weinig aan doen.
Op de terugweg heb ik het nog met mijn vriendinnetje over
waarom ik het nou precies zo moeilijk vind om mijn collega’s te zien. Naast het
ongemakkelijkheid associeer ik mijn werk, en dus ook mijn collega’s met hoe ik
een jaar geleden was. Ik associeer ze met de gezonde versie van mezelf, de
versie voor de kanker, of althans voor de operaties en behandelingen. En die
versie is er niet meer, niet helemaal tenminste. Ik ben veranderd, niet alleen
lichamelijk maar ook geestelijk. Mijn vriendinnetje vind me milder geworden en
ik denk dat dat wel waar is. Ik denk dat ik minder snel oordeel, me minder druk
maak om hoe anderen dingen aanpakken en zonder twijfel ben ik rustiger, wat
waarschijnlijk ook deels te wijten valt aan mijn chronische gebrek aan energie.
Ik vind het pijnlijk om terug te denken aan “hiervoor”. Hoe anders zag mijn
leven er toen uit.. het liefst was ik hele dagen aan het werk, met vrije dagen
kon ik niets (wat doe je in hemelsnaam op een vrije dag? Ik had geen idee) dus
was mijn grootste zorg hoe ik meer uren kon krijgen (oké, en de ernstig
beperkte datingpoule in de stad waar ik woon). één van de belangrijkste dingen
vond ik mijn haar (als dat maar goed zat) en zonder mascara ging ik de deur
niet uit. Oké dat is wel een beetje overdreven, ik had heus wel meer diepgaande
problemen en interesses. Maar niks zo zwaar als “hoe overleef ik dit jaar”. En
nooit van mijn leven had ik toen gedacht dat ik ooit kaal zou zijn en mijn
wimpers (ja, echt!) nog zo ongeveer het meeste zou missen. Natuurlijk denken de
meeste mensen “dat overkomt mij niet”. En toen ze mij vertelden dat ik kanker
had vond ik dat ook te belachelijk voor woorden, en nog steeds vind ik het een
absurd idee en kan ik er met mijn hoofd niet bij. Maar zoals een andere
vriendin/collega laatst zei “waarom niet ik”. Waarom zou je denken “waarom ik”
als je ook kunt denken “waarom ik Niet”? tja.. dat komt neer op het feit dat er
geen garanties zijn in het leven, behalve dat je ooit eens doodgaat (en
belasting? Heb ik begrepen?).
Ik zie mezelf door de ogen van mijn collega’s en het klinkt
heel raar maar doordat ik mezelf van een afstandje bekijk dringt het weer een
beetje door.. kanker.. ik.. ik heb gewoon kanker gekregen? En die gedachte
blijft te bizar om te kunnen bevatten. Ik vind het nog steeds te belachelijk
voor woorden en denk misschien ergens nog steeds dat dit allemaal niet echt
gebeurd is. Dat ik straks wakker word en dat het dan allemaal toch niet echt
gebeurd is. Dat ik inderdaad terug kan, terug naar “hiervoor” toen mijn
grootste zorg de kleine datingpoule was, of mijn contractuele-uren (of
andersom). Terug naar toen ik met het uitkiezen van mijn shirtje niet het
shirtje hoefde te kiezen waarbij mijn littekens het minst opvallen. Terug naar
niet meer misselijk worden van bepaalde liedjes omdat we die vaak draaiden in
de auto op weg naar het ziekenhuis, of van bepaald voedsel, geuren, voorwerpen,
woorden.. Terug naar energie hebben om echt naar mensen te luisteren (en het
dan ook nog te kunnen onthouden, wat een luxe!). Dusja.. mijn collega’s, mijn
werk, de overige cliënten, alles doet me denken aan de “ik” die ik “hiervoor”
was en die “ik” komt niet meer terug… en dat is pijnlijk.. en verdrietig..
Hoe dan ook.. een emotionele dag vandaag.. ik heb mijn
portie crematie-diensten voor dit jaar wel gehad, vind ik. En als ik dan toch
bezig ben heb ik mijn portie kanker-cellen voor de rest van mijn leven ook wel
gehad, vind ik. Ik ben totaal, compleet uitgeput als ik thuiskom, zowel lichamelijk
als geestelijk helemaal kapot en doodmoe. Dus trek ik mijn met lood gevulde
(nieuwe) schoenen uit, zet ze in de kast, plof op mijn bed en trek de dekens ver over mijn hoofd. Ik
doe even niet meer mee, ik hou het even voor gezien en ik ben er even niet
meer. Morgen weer een nieuwe dag, dan zal ik weer vol goede moed meedoen, plannen
maken waar ik blij van word en grapjes maken over mijn kuiken-haar.. morgen.