1 jaar..
1 heel jaar is er voorbij gegaan sinds ik tegenover de
longarts zat, 1 jaar sinds ik hem aanstaarde terwijl hij de zin “ik zeg het
maar meteen, je hebt lymfeklierkanker” uitsprak. Ik krijg bijna de slappe lach
bij het nog steeds absurde, bizarre idee dat iemand tegen mij zegt “je hebt
kanker”. Het blijft onwerkelijk en ik denk dat ik er nooit aan zal wennen. 1
heel jaar waar in voor mijn gevoel wel 5 jaar aan ervaringen en gebeurtenissen
is gepropt. Waar in ik totaal geen tijd heb gehad om adem te halen, om
achterover te leunen en om te laten bezinken wat er nu eigenlijk allemaal
gebeurd. 1 heel jaar waarin mijn lijf niet van mij was en waarin ik zo vervreemd
ben van mijn lijf dat ik het moeilijk vind om het te voelen. Een jaar waar in
ik even geen 26 was en waar in ik duizend en één leuke dingen gemist heb.
Jemig.. wat had ik tijdens de jaarwisseling 2013/2014 een ander jaar voor ogen.
Bewijst maar weer, je kunt nog zoveel plannen maken maar je hebt werkelijk geen
flauw idee wat er op je pad gaat komen. Ik had in de planning om een fulltime
baan te gaan zoeken, om reisjes te maken, om nieuwe mensen te leren kennen, om
te gaan stappen met vriendinnen en eigenlijk had ik 2014 ook gedoopt als hét
jaar waar in ik de toekomstige vader van mijn kinderen zou ontmoeten.. tja,
noem het naïef, maar plannen maken we allemaal. Ik had een heel pad
uitgestippeld voor 2014, allemaal dromen en ineens stond daar Kanker, midden op
de weg, zonder zich te bekommeren om de chaos die hij zou aanrichten door daar
alleen maar te staan, de weg te versperren. Wat een asociale rotzak.
Het lijkt een heel leven geleden en toch, hoe vreselijk
cliché het ook klinkt, kan ik de dag terughalen alsof het gisteren was. Ik lees
mijn allereerste blog-bericht, geschreven op de dag van de diagnose, 16 april, opgeslagen
op de computer en een kleine week later gepost. Hoe jong en naïef zat ik daar,
tegenover mijn veel te knappe longarts (bewijst maar weer, te knappe mensen
zijn voor geen meter te vertrouwen), te balen van het feit dat ik een jaartje
prednison zou krijgen. Ik weet nog dat ik voor die afspraak één angstig moment
heb gehad betreffende mijn gezondheid. Er waren net longfoto’s gemaakt en een
dag later belde het ziekenhuis mij op om een afspraak te maken. Ik was onder
behandeling bij de internist om uit te zoeken waar de ontstekingswaarden
vandaan kwamen en kreeg telefonisch te horen dat ik daar de longarts moest in
plaats van terugkomen bij de internist. Ik was aan het werk en voelde me meteen
zweverig. Ik weet nog dat ik tegen collega’s zei “als het ziekenhuis je opbelt
dan is het vast niet goed”. Met “niet goed” bedoelde ik, tja.. wat eigenlijk?
Geen idee maar geen kanker in ieder geval, nooit kanker. Bij ons in de familie
komt vrijwel geen kanker voor, ik ken(de) niemand met kanker en heb werkelijk
waar geen minuut gedacht dat het mij zou overkomen. Als ik eerlijk ben geloof
ik nog steeds niet dat het mij overkomt. Als ik mijn eerste blog-bericht lees
lopen de tranen over mijn wangen maar gaat het totaal niet over mij. Het gevoel
wat ik toen had, zweverig, misselijk en het totale ongeloof kan ik meteen
voelen als ik het lees maar nee, ik kan niet geloven dat ik dat ben. Ik kan me
nog elke dag voorstellen dat het een mogelijkheid is dat ik zo wakker wordt,
dat iemand me door elkaar schud en zegt dat ze een foutje gemaakt hebben. Dat
ik eigenlijk nog steeds in het kamertje tegenover de longarts zit, met mijn moeder
naast me en dat de arts mij verward aankijkt in plaats van andersom. Dat
hij zegt dat ik me echt geen zorgen hoef te maken over kanker omdat dat op mijn
leeftijd nauwelijks voorkomt. Dat er een vlekje bij mijn longen zat maar dat
duidde gewoon op een longontsteking, niks om me zorgen om te maken.
Als de dag van gisteren.. dat ik mijn werk belde en één van
mijn liefste collega’s aan de telefoon kreeg. Ik zei nog dat ik hoopte dat ik
haar niet aan de telefoon zou krijgen omdat ik het moeilijk vond om het te
vertellen aan mensen waar ik veel om geef. Een collega die verder van me af
stond was makkelijker geweest, en toch ook weer niet. Ik hoor nog precies zoals
het ging in mijn hoofd dat ze tegen collega’s die naast haar stonden zei:
“Elveline heeft lymfeklierkanker”. Bam. Ik krijg nog kippenvel als ik dat
plaatje afdraai in mijn hoofd. Als iemand anders over je praat is het toch meer
“echt” ofzo.
Ik liep van de week oude app-berichten na. Mijn moeder die
vrienden stuurde hoe het met me ging na één van de operaties. Foto’s van mijn eerste
chemokuur. Een totaal ander meisje. Halflange bruin gekleurde haren,
felgekleurd shirt (ik wilde het meest vrolijke shirt aan wat ik in mijn kast
had liggen die dag) en een gezonde kleur terwijl ik lachend omhoog kijk naar de
chemozakjes, bang voor wat komen gaat maar blij dat ik eindelijk na zoveel
maanden onzekerheid kon beginnen met beter worden. Ik scroll verder en lees
berichten van de vrienden die mee waren naar de chemokuren, ze stuurden steeds
hoe het met me ging. Ik lees dat ik steeds zeg dat het goed met me gaat, hoe
beroerd ik me ook voelde. Als de beroerdheid echt heel erg was zei ik wel eens
dat ik moe was. Foto’s van mijn neefje en nichtje komen voorbij die aan mijn
kaal wordende hoofd voelen (ze vond het doodeng!), chemokuren met hoofddoekjes
op, tot aan de laatste berichten in de familie-app waar in een foto staat, ik
lig weggedoken onder een pak dekens in het grote ziekenhuisbed. Mijn ogen 2
kleine spleetjes omdat ik ze niet open kon houden, een opgeblazen gezicht met
een kaal koppie, hoofddoekjes en mutsjes had ik inmiddels aan de
spreekwoordelijke wilgen gehangen. Ik dacht dat ik breed lachte maar er is alleen
iets te zien wat met een beetje fantasie misschien door kan gaan voor een
waterig glimlachje. Ronduit beroerd dus.
Het is precies een jaar geleden en ik had werkelijk waar
geen flauw idee wat me te wachten stond. Niemand had enig idee.. Het is een
heel heftig jaar geweest, ik heb me beroerder gevoeld dan ik dacht dat mogelijk
was, eenzamer dan ooit, intens verdriet gehad en enorme frustratie beleeft.
Maar ik heb ook zoveel gelachen, grapjes gemaakt, leuke dingen beleeft, op een
bepaalde manier eerlijker geweest dan ik ooit durfde te zijn, intense
gelukmomenten gekend, mezelf van een totaal andere kant leren kennen en nieuwe
vrienden gemaakt. En stiekem heb ik mezelf ook best trots gemaakt. Ik kan met
opgeheven hoofd terugkijken op dit onwijs pittige jaar. Zoals meerdere mensen
tegen me hebben gezegd “kick some ass” en “some asskicking” is precies wat ik
gedaan heb!